Riet, gekroesd fonteinkruid en guichelheil staan graag met hun voeten in het water. Zij kunnen hinder ondervinden van een te lage grondwaterstand.
In de jaren 1920 overstroomden de gebieden rondom de Stekense Vaart regelmatig, waardoor ongeveer 600 hectare vruchtbare landbouwgronden altijd onder water stonden. Dat vonden de boeren natuurlijk niet fijn. Ze maakten een plan ( de “groote watering van Sinay”) om ervoor te zorgen dat zo grote overstromingen in de toekomst niet meer konden gebeuren.
Ze bouwden onder andere dit pompgemaal 'Hondsnest' in 1932. Dit pompgemaal zorgt vandaag nog steeds voor de afwatering van een groot deel van Sint-Niklaas, Belsele, Waasmunster, Sinaai-dorp en omgeving en de Fondatie van Boudelo. De afwatering gebeurt daarbij via de Stekense Vaart naar de Moervaart en het kanaal Gent-Terneuzen.
Naast de afwatering zorgt het pomgemaal voor een stabiel waterpeil van de Stekense Vaart, hierdoor ligt het waterpeil hoger dan het niveau van de laag gelegen en natte Fondatie. Jammer genoeg zorgt deze afwatering ervoor dat de natte gronden, typisch voor de Fondatie, droger getrokken worden dan goed is voor de natuur. Moerasplanten komen hierdoor in de problemen.
OPDRACHT: Weet jij welke van deze planten graag met hun voetjes in het water staan?
eik |
gekroesd fonteinkruid |
guichelheil |
hazelaar |
berk |
riet |
Vleermuizen zijn geen vogels, het zijn zoogdieren net zoals de mens. Zoogdieren kunnen niet vliegen, behalve vleermuizen. Tussen de vingers van hun poten zit een dunne vlieghuid die het hen mogelijk maakt echt te vliegen.
Overdag hangen ze ondersteboven te slapen maar ’s avonds vliegen ze uit op zoek naar voedsel. In het donker zien de vleermuizen niet zo heel goed. Om een prooi te vinden zenden ze ultrasone geluiden uit. Dit zijn geluidsgolven die voor ons niet te horen zijn. De geluidsgolven weerkaatsen op een prooi en worden door de vleermuis terug opgevangen. Zo kan de vleermuis de afstand tot zijn prooi inschatten en kan hij zijn prooi vangen zonder ergens tegenaan te vliegen.
De ultrasone geluiden zijn voor het menselijk gehoor niet hoorbaar. Er bestaat echter een apparaat dat het ultrasone geluid van een vleermuis omzet in een geluid dat wij wel kunnen horen. Zo’n toestel noemt men ‘sonar detectiesysteem’ of een 'bat-detector'.
Doe de vleermuis!
Wil je zelf ervaren hoe het voelt om een prooi te vangen in het donker en enkel gebruik te maken van geluid? Sluit je ogen. De anderen (‘prooien’) stellen zich verspreid op en maken een geluid door bijvoorbeeld regelmatig in de handen te klappen of te fluiten. Stap met je ogen dicht in de richting van het geluid en probeer je ‘prooi’ te vangen.
Ben je met minstens 5 personen? Dan kan je thuis of op school volgend vleermuisspel spelen.
Eén persoon wordt geblinddoekt (de ‘vleermuis’). In een afgebakend speelveld (bv. tuin of speelplaats, het ‘landschap’ genoemd) nemen de andere personen een vaste plek in. De ene helft speelt de rol van prooi (vlieg, mot,…) terwijl de andere helft de rol van een vast obstakel speelt (lantaarnpaal, huis,…). De vleermuis beweegt zich vervolgens door het landschap op zoek naar prooien. De vleermuis moet echter de vaste obstakels in het landschap zien te vermijden.
Het zoeken gaat als volgt. De vleermuis klapt continu in de handen (‘sonar’). Als de vleermuis binnen twee meter van een persoon is, roept die persoon zijn identiteit (vlieg, mot, lantaarnpaal, huis,…). Indien de vleermuis ‘hoort’ dat hij een vast obstakel nadert, moet hij van richting veranderen. In het geval hij zijn prooi (vlieg, mot,…) nadert beweegt hij verder naar zijn prooi om het te vangen.
Het spel kan nog spannender gemaakt worden door bijkomende objecten te voorzien:
Een beerkaai was vroeger een kaai waar beerschuiten, boten vol uitwerpselen of beer afkomstig uit de grote steden zoals Gent en Hulst, aanlegden. Deze boten zorgden in de 18de, 19de en 20ste eeuw voor een permanente afvoer van beer vanuit deze steden. Ze brachten het naar de beerkaai om deze mest te verkopen aan de landbouwers, die het gebruikten om hun akkers mee te bemesten.
Achter de kaai lagen verschillende grote putten die gevuld werden met deze mest. De beerproever proefde van de mest om de kwaliteit te beoordelen. Vervolgens konden de boeren de mest kopen en ze met met pompen, aangedreven door paarden, in de karren laden.
De aanvoer door de beerschuiten gebeurde tot 1931, want toen trad het pomgemaal in werking en konden er geen schepen meer op de Fondatiebeken varen door het lage waterniveau. Dus werd er tot 1975 de mest met karren aangevoerd.
Helaas blijft er op de dag van vandaag niks meer over van beerkaai, want in 2002 werden de laatste sporen opgeruimd. Waardoor alleen de naam Aartdreef nog een verwijzing is naar het verleden van de vroegere Beerkaai.
Minder snel rijden is slachtoffers vermijden
Na meerdere dodelijke verkeersslachtoffers van boommarters die de Weimanstraat overstaken, heeft de stad Sint-Niklaas beslist de Weimanstraat heraan te leggen zodat de snelheid van auto's afgeremd wordt. Er werden versmallingen aangebracht zodat auto’s moeten vertragen en de snelheid werd beperkt tot 50 km/uur. Op die manier kunnen boommarters, en ook andere dieren, op een veiligere manier de straat kruisen en zich verplaatsen tussen de natuurgebieden Fondatie van Boudelo en Heirnisse.
In de zomer van 2015 werd een boommartervrouwtje dood aangetroffen in de Weimanstraat, het artikel kan je hier lezen . Hopelijk is dit het laatste verkeersslachtoffer nu de straat verkeersveiliger werd gemaakt, zowel voor mens én dier.