In 2021 broedde een paartje kwak aan het Donkmeer in Berlare. Broedgevallen van kwak in Vlaanderen zijn zeldzaam. Voor de beheerders van het natuurgebied is dit alvast een opsteker en een beloning voor het lopende natuurinrichtingsproject.
De familie Kwak
De voorbije jaren werden in het gebied al vaker kwakken opgemerkt. Deze kleine, grijszwarte reiger (die haar merkwaardige naam dankt aan het mysterieuze geluid dat ze produceert) werd vooral gespot in de elzenbroekbossen omheen de eendenkooi. Ook in het aangrenzende Berlarebroek - een natuurgebied beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos - werden de voorbije jaren sporadisch kwakken gemeld. Maar echte indicaties voor een broedgeval bleven uit. Dat veranderde in 2021, toen vanaf begin augustus twee volwassen vogels werden gemeld. Even later werden ook twee jonge kwakken opgemerkt die regelmatig door de oudervogels werden gevoederd. Sindsdien vormt ‘De familie Kwak’ een attractie voor heel wat vogelaars. De reigertjes worden vaak waargenomen langsheen het wandelpad naar en doorheen de eendenkooi, rustend en vissend vanaf overhangende dode takken.
Broedgevallen van kwak zijn zeldzaam in Vlaanderen. Solitaire broedgevallen zijn echter lastig aantoonbaar doordat de soort er vaak een erg geheimzinnige en verborgen, nachtelijke levenswijze op na houdt. In de periode 2013 - 2018 varieerde het aantal broedverdachte kwakken in Vlaanderen tussen 2 en 10. Slechts in enkele gevallen werden ook nesten gevonden. Dat gebeurde o.a. in het Zammelsbroek te Geel (o.a. in 2016) en in de Kleiputten van Hoeke (2 nesten in 2017).
Toekomst voor een verleden
Het Donkmeer in Berlare is een deel van een 9 kilometer lange paleomeander van de Schelde. Het natuurgebied bestond vroeger grotendeels uit zeer natte en venige gebieden. Eind 17e eeuw werd gestart met veenwinning. Hierdoor ontstonden talrijke, ondiepe waterplassen. Een deel van de ontgonnen veengebieden werd later ingeplant met populier (voor de productie van lucifers), andere stukken bleven onbebost, wat leidde tot een mozaïek van ecologisch erg waardevolle ‘natte natuur’.
De avifauna van het gebied wordt al lang nauwgezet opgevolgd. Rond 1930 broedden er in de brede rietkragen vele tientallen koppels grote karekiet en een veertigtal paartjes woudaap, een kleine reigersoort die hier zelfs zo algemeen dat de autochtone bevolking er een eigen dialectnaam voor had: de ‘krocher’, een geluidsnabootsing van hun schorre roep. Tot ca. 1965 was het Donkmeer een absoluut topgebied voor rietvogels. Maar daarna ging het snel bergaf: de waterkwaliteit verslechterde, de moerasgebieden werden verkeerd beheerd en ook de toenemende recreatiedruk maakte het gebied minder geschikt voor rietvogels. Het Donkmeer werd vergane glorie.
Sinds kort lijkt het tij echter te keren. Onder impuls van het natuurinrichtingsproject Berlare Broek - Donkmeer worden de laagvenen in de oude Scheldemeander hersteld. Vzw Durme zet - samen met de Vlaamse Landmaatschappij en een aantal andere partners - vol in op het herstel van de rietmoerassen, o.a. door de aanleg van zwakhellende oevers en het verwijderen van tonnen slib die zich de voorbije decennia op de bodem van het meer hadden opgestapeld. Hierdoor wordt gepoogd om helder, visrijk water te krijgen, omgeven door goed gestructureerde rietkragen, elzenbroekbossen en zeldzame laagveenmoerassen. Na het geslaagde broedgeval van zwarte wouw is het broedgeval van de kwakken opnieuw een hart onder de riem van de beheerders. Hopelijk zullen binnenkort ook woudapen en grote karekieten volgen.
Michäel Crapoen, vzw Durme
Foto’s: Rudi Van Onderbergen