durmelogokleiner3

                                                                     .

Hooiland20Buylaers20van20Christophe20HillaertVoor het vierde jaar op rij beleven we in Vlaanderen een uitzonderlijk droog jaar. Er viel de afgelopen maanden (m.u.z. van de afgelopen dagen) onvoldoende neerslag waardoor het grondwater dieper en dieper in de bodem wegzakt. Grote delen van de meersengebieden en moerassen die vzw Durme beheert, hadden het moeilijk deze zomer.

Met lede ogen moesten we dit voorjaar vaststellen dat onze bloemrijke hooilanden in reservaat de Buylaers botanisch zwaar te lijden hebben van de aanhoudende droogte. De hooilanden kleurden tot enkele jaren terug nog impressionistisch geel en paars door de massale aanwezigheid van plantensoorten als scherpe boterbloem, grote ratelaar en echte koekoeksbloem. Dit voorjaar was er van een kleurrijk bloeispektakel geen sprake. Een terreincontrole toonde aan dat veel van de hooilanden plots overwoekerd werden door snelgroeiende grassen zoals gestreepte witbol en glanshaver. Het leek alsof de hooilanden bemest waren geweest, ondanks de meer dan 20 jaar strikt nageleefde nulbemesting. Wat is er aan de hand? We begrepen het even niet. Hoe kan de droogteproblematiek nu aanleiding geven tot meer ‘grasproductie’ en zodoende onze bloeiende kruiden verdringen?

Na wat opzoekwerk vonden we de verklaring. In feite is de reden van de botanische achteruitgang in de Buylaers te wijten aan een bodemchemisch proces: in natte milieus, zoals in meersengebieden, verloopt de afbraak van organisch materiaal in de bodem trager dan in droge milieus en krijg je op termijn een accumulatie van venig materiaal; de bodem verveent met andere woorden. Dit is een proces dat honderden zo niet duizenden jaren in beslag neemt. De vervening van de bodem zorgt er eveneens voor dat koolstof uit de lucht vastgelegd kan worden in die bodem. Natte moerasbodems zorgen daardoor voor een even sterke koolstofopslag als bossen.

Afbeelding2Door de uitzonderlijk droge zomers van afgelopen jaren kwam deze venige bodemlaag echter langdurig droog te liggen, waardoor het aanwezige veen mineraliseerde of eenvoudiger gezegd ‘verteerde’. Zodoende kwamen er voedingsstoffen zoals stikstof en fosfaat vrij en vond er interne bemesting van de bodem plaats. Snelgroeiende grassen, zoals gestreepte witbol en glanshaver profiteren hiervan en overwoekerden de trager groeiende kruiden. Deze kwijnen weg door een gebrek aan zonlicht of verdwijnen zelfs volledig. Dit fenomeen vindt momenteel plaats in onze bloemrijke hooilanden. Gelukkig zijn er nog zones die gevoed worden door kwelwater uit de ondergrond, deze zijn beter gebufferd tegen de droogte en blijven kruidenrijk. Niettemin is het duidelijk, als we de prachtige kleuren van onze bloemrijke hooilanden terug willen, hebben we dringend behoefte aan een typische Belgische zomer vol regenachtig, triest, grijs weer…